Een restaurant openen in 2025: budget, fouten om te vermijden en een concreet stappenplan

Je droomt er al een tijdje van om je eigen restaurant te openen, toch? De geur van versgebakken brood ’s ochtends, het geroezemoes in de zaal, de eerste service die echt vol zit… en tegelijk dat kleine stemmetje:
“Heb ik wel genoeg budget? En wat als ik een domme fout maak?”

Als je in 2025 een restaurant wilt openen, heb je geen behoefte aan vage inspiratiequotes. Je wilt weten: Hoeveel geld heb ik ongeveer nodig? Welke fouten maken anderen keer op keer? en vooral: Wat is mijn plan, stap voor stap?

Daar gaan we samen doorheen. Zonder bla bla. Concreet, eerlijk en toepasbaar, zodat jij op het einde van dit artikel een veel duidelijker beeld hebt van je project.

1. Wat kost het om in 2025 een restaurant te openen?

Laat ik maar meteen duidelijk zijn: er is geen één magisch bedrag. Een kleine buurtbistro in een zijstraat kost niet hetzelfde als een grote brasserie op een druk plein. Maar ik kan je wel realistische orde van grootte geven om mee te rekenen.

Voor een klassiek restaurant in een gemiddelde Europese stad kom je al snel uit op een totaalbudget (alles samen) in deze vork:

  • Kleine zaak (30–40 couverts, beperkte kaart): ongeveer €80.000 tot €150.000
  • Middelgrote zaak (50–80 couverts): ongeveer €150.000 tot €300.000
  • Grotere of zeer uitgewerkte concepten: makkelijk €300.000 en meer

En met “alles samen” bedoel ik: huurwaarborg, eventuele overname, verbouwing, keuken, inrichting, eerste voorraad, licenties, marketing, én een cashbuffer. De grootste valkuil die ik zie? Mensen rekenen wat keukentoestellen en verfwerk bij elkaar en denken dat ze er zijn. Dat is gewoon te optimistisch.

Franke vraag: als je nu een maand zou draaien zonder winst, heb je dan genoeg buffer om iedereen te betalen? Als het antwoord “nee” is, moet je budget nog strakker.

2. De belangrijkste kostenblokken (en waar het vaak misgaat)

Laten we het budget even uit elkaar trekken. Pak een notitieboek of een Excel erbij en vul je eigen cijfers in terwijl je leest, dat werkt echt beter.

2.1. Huur, waarborg en locatiekosten

De huur is je grote vaste last. Die moet je betalen, ook als het de hele week regent en alleen je beste vriend aan de bar zit.

Je krijgt meestal te maken met:

  • Maandelijkse huur
  • Waarborg (vaak 2 tot 3 maanden huur, soms meer)
  • Eventuele overnamesom als je een bestaande zaak overneemt

Als vuistregel vind ik het gezond om je huur onder de 8–10% van je verwachte omzet te houden. Zit je erboven, dan wordt het al snel spannend zodra de omzet wat achterblijft.

Stel jezelf dus echt de vraag: “Kan ik drie magere maanden overleven met deze huur?” Als het antwoord nee is, hoe mooi de locatie ook is, is het waarschijnlijk niet de juiste.

2.2. Verbouwing en inrichting

Hier gaat het vaak uit de bocht. Want dit is het leuke stuk: tegels kiezen, verlichting, stoelen, bar… En precies daar vliegt je budget weg.

Maak daarom heel duidelijk onderscheid tussen:

  • Noodzakelijke werken (elektra, ventilatie, afzuiging, keukenafvoer, sanitair, veiligheidseisen)
  • Esthetische keuzes (designmeubilair, decoratie, speciale verlichting, Instagram-hoekjes)

Moet je ergens snijden? Begin dan bij het esthetische, niet bij wat technisch nodig is om goed te kunnen draaien en open te blijven.

2.3. Keukenmateriaal

Een professionele keuken is geen speelgoed. Een degelijke oven, koelcellen, frigo’s, vaatwasser, werkbanken… dat tikt heel snel aan.

Mijn aanpak (en die raad ik je echt aan):

  • Voluit investeren in alles wat met voedselveiligheid, koeling en kernproductie te maken heeft.
  • Voor spullen die minder kritisch zijn, kun je tweedehands of gereviseerd overwegen.
  • Koop niet te klein: als je straks 70 couverts wilt draaien, probeer dan niet met materiaal voor 30 te werken. Dan loop je jezelf stuk op capaciteit.

2.4. Licenties, verzekeringen en administratie

Niet sexy, wel verplicht. De details verschillen per land en gemeente, maar denk aan:

  • Inschrijving van je bedrijf
  • Horecavergunningen, eventuele terrasvergunning, milieuregels
  • Verzekeringen: aansprakelijkheid, brand, inboedel, soms rechtsbijstand
  • Kosten voor boekhouder of accountant

Dit zijn geen gigantische posten vergeleken met een keukenverbouwing, maar ze komen wél elk jaar terug. Vergeet ze niet in je budget.

2.5. Personeelskosten

Eerlijk: dit is de kost die het vaakst wordt onderschat. Je denkt: “We beginnen klein, dat komt wel goed.” En dan sta je na een maand zelf zeven dagen per week in de keuken en in de zaal, kapot.

Richtlijn die ik zelf gebruik: op termijn wil je je personeelskosten rond de 30–35% van je omzet krijgen. In het begin ligt dat meestal hoger, omdat je nog niet vol draait. Hou daar rekening mee in je planning.

En vergeet de werkgeverslasten niet. Het brutoloon is niet wat je uiteindelijk kwijt bent. Dat stukje onderschatten doet pijn.

2.6. Startvoorraad en werkingskapitaal

Je hebt natuurlijk een eerste voorraad nodig: drank, droge goederen, diepvries, verse producten. Maar het echte punt is je werkingskapitaal: de buffer waarmee je de eerste maanden draait.

Persoonlijk vind ik dit een minimum om rustig te kunnen openen:

  • 3 tot 6 maanden vaste kosten (huur, personeel, verzekeringen, energie) als buffer

Dat voelt misschien veel, maar geloof me: met die buffer slaap je beter en neem je minder paniekbeslissingen.

3. De klassieke fouten van starters (en hoe jij ze ontwijkt)

Je hoeft niet alle fouten zelf te maken. Er zijn er een paar die ik zó vaak zie dat ik ze bijna kan uittekenen.

3.1. Verliefd worden op een pand en de cijfers vergeten

Je loopt langs een hoekpand, hoge ramen, mooie lichtinval, klein terrasje… en in je hoofd zie je de tafels al staan. Alleen: de huur is veel te hoog voor jouw concept. Of de verbouwing is een bodemloze put.

Mijn advies: rekent eerst, beslist daarna. Voor elk pand dat je bekijkt:

  • Maak een snelle omzetinschatting (aantal couverts × gemiddelde besteding)
  • Check of de huur onder 8–10% van die omzet kan blijven
  • Schat de verbouwing: is het bijna instapklaar, of moet alles eruit?

Als de cijfers niet werken, hoe hard je hart ook “ja” roept: het antwoord is “nee”.

3.2. Geen scherp concept

“Een beetje van alles, voor iedereen.” Klinkt leuk, maar is meestal dodelijk voor je marge en je organisatie. De kaart wordt te groot, je keuken te complex, je boodschap te vaag.

Een sterk concept in 2025 is simpel en duidelijk:

  • Voor wie is je restaurant? (buurt, lunchpubliek, foodies, families…)
  • Welke stijl van eten bied je? (en wat juist niet)
  • Wat is je signatuurgerecht of -ervaring?

Test jezelf: kun je je concept in twee zinnen uitleggen aan iemand in de rij bij de bakker? Zo niet, dan moet het scherper.

3.3. Een veel te grote kaart

Meer keuze = meer klanten? In de praktijk zorgt het vaak voor meer waste, meer stress in de keuken en minder constante kwaliteit.

Een goede startkaart mag gerust compact zijn:

  • 3–4 voorgerechten
  • 4–6 hoofdgerechten
  • 2–3 desserts

Met eventueel één wisselend gerecht of een dagschotel. Zo hou je je foodcost en je voorraad veel beter onder controle.

3.4. Marketing pas “later” regelen

“Eerst openen, dan zien we wel.” C’est clair: in 2025 is dat gewoon te laat. Als niemand weet dat je bestaat, komt er ook niemand langs.

Je hebt geen Hollywood-campagne nodig, maar wél een basisplan:

  • Een goed ingevuld profiel op zoekplatformen
  • Een simpele website of landingspagina
  • Een paar sterke foto’s (zaal, gerechten, team)
  • Een openingsactie die mensen een reden geeft om nu te komen

3.5. Personeel zien als puur kostenpost

Ja, personeel kost geld. Maar slecht of constant wisselend personeel kost je veel meer: slechte reviews, chaos, fouten in de keuken… Dat voel je in je omzet én in je nachtrust.

Beter een klein, stabiel team dat je goed opleidt en eerlijk betaalt, dan een rotatie van tijdelijke krachten die je zaak niet kennen.

3.6. Niet wekelijks naar de cijfers kijken

Je hoeft geen controller te zijn, maar één keer per kwartaal naar je cijfers kijken is gewoon te weinig. Je moet wekelijks een paar kerncijfers volgen:

  • Dag- en weekomzet
  • Gemiddelde besteding per klant
  • Foodcost in procent (globaal)
  • Personeelskosten in procent

Wat je meet, kun je sturen. Wat je niet meet, verrast je – en meestal niet in de positieve zin.

4. Concreet stappenplan om je restaurant in 2025 te openen

Goed, genoeg theorie. Je wilt een plan. Hier is een stappenplan dat je letterlijk kunt afvinken.

Stap 1 – Concept uitkristalliseren

Ga ergens zitten waar je rustig bent – desnoods in je favoriete café – en beantwoord eerlijk:

  • Wie wil ik precies bedienen?
  • Wat eten en drinken die mensen bij mij?
  • Welk bedrag wil ik dat ze gemiddeld besteden?
  • Waarom zouden ze voor mij kiezen en niet voor de drie dichtstbijzijnde concurrenten?

Schrijf het uit. Geen slogans, maar concrete zinnen. Dit is de basis van alles: kaart, inrichting, prijsniveau, locatiekeuze… alles.

Stap 2 – Eerste financiële haalbaarheidscheck

Voor je panden gaat bezoeken, maak je een ruw financieel plaatje:

  • Hoeveel couverts per dag wil je draaien (lunch en avond)?
  • Wat is je doel voor de gemiddelde besteding per klant?
  • Welke maandelijkse omzet geeft dat realistisch gezien (niet de droomversie)?

Daarna schat je:

  • Maximale huur die in dat plaatje past
  • Verwachte personeelsbezetting en loonkosten
  • Globale foodcost (afhankelijk van je concept, vaak 25–35%)

Als het al op dit niveau niet klopt, hoef je nog niet naar vastgoed te rennen. Dan moet je eerst je concept of je ambities bijstellen.

Stap 3 – Locatie zoeken mét rekenmachine

Nu pas ga je actief op pandenjacht. Voor elk pand dat je bekijkt:

  1. Bereken je maximale huur op basis van je verwachte omzet.
  2. Schat de verbouwingskosten (vraag desnoods één aannemer om mee te kijken).
  3. Observeer de buurt: wie loopt er langs, op welke uren, welke zaken zitten er al?

Je zoekt niet het mooiste pand, maar het pand waar cijfers en concept samen kloppen.

Stap 4 – Gedetailleerd budget en financiering

Heb je een realistische locatie op het oog? Dan maak je een volledig budget:

  • Overname / goodwill (indien van toepassing)
  • Waarborg + eerste maand huur
  • Verbouwing (offertes, geen nattevingerwerk)
  • Keukenmateriaal en inrichting
  • Licenties, verzekeringen, erelonen (boekhouder, eventueel architect…)
  • Startvoorraad
  • Werkingskapitaal (3–6 maanden vaste kosten)

Daartegenover zet je:

  • Eigen inbreng
  • Bankfinanciering (in realistische hoogte)
  • Eventuele partners of investeerders

Pas als de totale financiering groter is dan je totale budget, kun je ontspannen verder. Is het gat te groot, dan moet je terug naar de tekentafel.

Stap 5 – Menu en prijzen uitwerken vóór de opening

Nog voor je de eerste levering bestelt, werk je je menu en prijsstrategie uit.

Voor elk gerecht:

  • Noteer je alle ingrediënten met hoeveelheden (in gram/stuks)
  • Bereken je de kostprijs per portie op basis van inkoopprijzen
  • Stel je een verkoopprijs in die bij je concept past en een gezonde marge laat

Dit is wat je foodcost onder controle houdt. Het is even puzzelen, maar je voorkomt zo dat je topgerechten verkoopt met bijna geen winst.

Stap 6 – Team en organisatie op poten zetten

Een goede opening begint met een georganiseerde ploeg:

  • Definieer duidelijk de rollen: wie doet wat, in de keuken en in de zaal?
  • Maak een eerste basisrooster voor de eerste twee maanden.
  • Zorg voor eenvoudige maar duidelijke procedures: openen, service, sluiten, voorraad tellen.

Plan minstens één proefservice met vrienden, familie of een kleine groep. Laat ze echt bestellen, laat de keuken op snelheid werken, simuleer een echte service. Noteer alles wat stroef loopt. Dat zijn je actiepunten vóór de echte opening.

Stap 7 – Marketing en lancering voorbereiden

Je restaurant openen zonder marketing is een beetje als koken zonder gasten. Je kent het resultaat: leeg.

Een simpel maar doeltreffend plan:

  • Laat een paar goede foto’s maken (zaal, gerechten, jij en je team).
  • Zorg dat je online basis op orde is tegen de opening.
  • Denk na over een duidelijke openingsactie (beperkte tijd, helder voordeel).
  • Communiceer met de buurt: flyers, praatjes met buren, samenwerking met lokale bedrijven.

Doel: niet “stilletjes open zijn”, maar echt gelanceerd worden.

5. Korte samenvatting: waar begin je vandaag mee?

Laten we het even terugbrengen naar de essentie. Een restaurant openen in 2025 vraagt:

  • Een realistisch budget (tientallen tot honderden duizenden euro’s, afhankelijk van het project).
  • Een helder concept dat in twee zinnen uit te leggen is.
  • Het vermijden van een paar dure fouten: te dure huur, te vage kaart, geen buffer, geen marketing.
  • Een concreet stappenplan dat je houvast geeft, in plaats van alleen enthousiasme.

Wat kun je nu meteen doen, vandaag nog?

  • Schrijf je concept uit in vijf regels, niet meer.
  • Maak een eerste raming van je omzet, huur en personeelskosten.
  • Bekijk drie panden online en toets ze aan je cijfers in plaats van aan je gevoel.

Misschien kom je tot de conclusie dat je nog moet bijschaven. Misschien merk je juist: “Het is spannend, maar als ik het strak aanpak, kan dit gewoon.” In beide gevallen ben je een stap verder dan gisteren.

Een restaurant openen zal nooit 100% veilig voelen. Maar met de juiste voorbereiding, een eerlijk budget en een concreet plan, wordt het geen sprong in het donker meer, maar een doordachte stap. En daar worden de mooiste zaken uit geboren.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *